Перевод: с нидерландского на английский

с английского на нидерландский

С английского на:
Нидерландский
С нидерландского на:
Английский

the stove is out

Толкование Перевод

1 uit

uit¹

I 〈 bijwoord〉

1 [met betrekking tot een richting naar buiten] out

2 [met betrekking tot een bestemming/beweging] 〈zie voorbeelden 2〉

3 [met betrekking tot het doorlopen van een tijdruimte] out

4 [+ er/daar] 〈zie voorbeelden 4〉

♦voorbeelden:

1   hij liep de kamer uit • he walked out of the room

     uit eten gaan • go out for dinner

     Ajax speelt volgende week uit • Ajax are playing away next week

     uit werken gaan • go (out) to work

2   moet je ook die kant uit? • are you going that way, too?

     voor zich uit zitten kijken • sit staring into space

3   dag in, dag uit • day in, day out

4   ik ben er uit • 〈 ik heb het opgelost〉 I've solved that problem; 〈 ik begrijp het helemaal〉 I'm in the picture now

     ik zou er graag eens uit willen • I would like to get away for a while

     de aankoop heb je er na een jaar uit • the purchase will save its cost in a year

¶   ik kan er niet over uit • I can't believe it/get over it

II 〈bijvoeglijk naamwoord; niet attributief〉

1 [elders, niet thuis] out ⇒ away

2 [afgelopen] over

3 [niet brandend] (gone) out

4 [bedacht op, zoekend naar] out ⇒ after

5 [ouderwets] out

6 [verschenen, gepubliceerd] out

7 [in bloei] out

♦voorbeelden:

1   zij had haar schoenen uit • she had her shoes off

     de bal is uit • the ball is out

     die vlek gaat er niet uit • that stain won't come out

     uit, goed voor u! • get away from it all!

2   de school gaat uit • school is over; school is out 〈 einde van het schooljaar〉

     het is uit tussen hen • it is finished between them

     en nou is 't uit! • this has got to stop!

     het is uit met de pret • the game is over now

     ik doe het niet, punt uit! • I won't do it, and that's final!

3   de kachel is uit • the stove is out

     de lamp is uit • the light is out/off

4   op iets uit zijn • be out for/after something

     hij is er alleen maar op uit om te winnen • his sole aim is to win

5   een vetkuif is uit • greasy forelocks are out

¶   het boek is uit • the book is out 〈 uitgeleend, verschenen〉; the book is finished 〈 uitgelezen〉

————————

uit²

〈 voorzetsel〉

1 [niet in] out (of) ⇒ from

2 [verwijderd van] off

3 [te buiten, te boven gaand] out of

4 [afkomstig van, door middel van] (out) of

5 [vanwege] out of ⇒ from

♦voorbeelden:

1   uit een fles schenken • pour from a bottle

     uit het raam kijken • look out of the window

     een speler uit het veld sturen • order a player off (the field)

     ik kan de tweeling niet uit elkaar houden • I can't tell which of the twins is which/the twins apart

     uit elkaar vallen • break to pieces

2   2 km uit de kust • 2 kilometres off the coast

     uit elkaar gaan • separate 〈 ook met betrekking tot relatie〉; 〈 relatie ook〉 split up

3   uit de mode • out of fashion

4   iets uit ervaring kennen • know something from experience

     uit één stuk • (all) of a piece

     kiezen uit drie mogelijkheden • choose from three possibilities

     uit zichzelf • of itself 〈 ding〉; of one's own accord 〈 persoon〉

     één uit de twintig/duizend • one in twenty/a thousand

5   uit bewondering • out of/in admiration

     uit betrouwbare bron is vernomen • we have it on good authority

     zij trouwden uit liefde • they married for love

     uit veiligheidsoverwegingen • for safety('s sake)

     uit voorzorg • by way of precaution

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > uit
2 de kachel is uit

de kachel is uit

the stove is out

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de kachel is uit
3 trekken

trekken

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 [kracht uitoefenen op iets] pull

2 [in een bepaalde richting gaan] go, move; 〈 reizen〉 travel; migrate 〈 vogels, stammen, enz.〉

3 [spierbewegingen maken] stretch

4 [luchtstroom doorlaten] draw

5 [in een richting getrokken worden] pull

6 [lijken (op)] be like

♦voorbeelden:

1   〈 figuurlijk〉 er hard aan trekken • put one's back into it

     aan een sigaar trekken • puff at/draw a cigar

2   in een huis trekken • move into a house

     over een rivier trekken • cross a river

     ten strijde/te velde trekken • go into battle

3   met zijn been trekken • walk with a stiff leg

4   de kachel trekt goed • the stove draws well

5   krom trekken • pull crooked; 〈 draaien〉 twist; 〈 gebogen worden〉 warp

     de kinderen trekken nogal naar hun vader • the children take more to their father

¶   thee laten trekken • brew tea

II 〈 onovergankelijk, overgankelijk werkwoord〉

1 [tussen iets anders uitnemen] draw ⇒ 〈tandarts enz.〉 extract, pull (out)

2 [aantrekken] draw

3 [als zijn deel ontvangen] draw ⇒ get

4 [gewichtheffen] snatch

♦voorbeelden:

2   publiek/kopers trekken • draw an audience/customers

     volle zalen trekken • play to/draw full houses

3   van de steun trekken • draw unemployment benefit

III 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 [in genoemde toestand/op genoemde plaats brengen] pull

2 [slepen] pull ⇒ draw, tow

3 [naar zich toehalen, ook figuurlijk] draw

4 [aftreksel maken van] make

5 [eruit halen, afleiden] draw ⇒ 〈 wiskunde〉 extract 〈 wortel〉

6 [doen ontstaan] draw

7 [uit een plaats vandaan halen] get

8 [door spierbewegingen doen ontstaan] make ⇒ pull

♦voorbeelden:

1   men moest het antwoord uit hem trekken • the answer had to be dragged out of him

     iemand aan zijn haar trekken • pull someone's hair

     iemand aan zijn mouw trekken • pull (at) someone's sleeve

3   de aandacht trekken • attract attention

5   een conclusie trekken • draw a conclusion

     een horoscoop trekken • cast a horoscope

     lering trekken uit iets • learn (a lesson) from something

     〈 wiskunde〉 de wortel uit een getal trekken • find/extract the (square/cube/ 〈enz.〉 ) root of a number

6   we moeten ergens een grens trekken • we must draw the line somewhere

     〈 figuurlijk〉 één lijn trekken • adopt one single view

8   gezichten trekken • make/pull (silly) faces

¶   iets in het belachelijke trekken • ridicule something

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > trekken
4 doorbranden

doorbranden

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 [voortgaan met branden] keep burning ⇒ continue burning/to burn

2 [door en door branden] burn through ⇒ burn properly

3 [stukgaan] burn out

♦voorbeelden:

2   de kachel wil niet doorbranden • the stove will not burn properly

3   een doorgebrande lamp • a burned-out (light) bulb

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 [in twee delen scheiden] burn through

♦voorbeelden:

1   de safedeur was doorgebrand • the door of the safe had been burned through

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > doorbranden
5 aan

aan¹

I 〈 bijvoeglijk naamwoord〉

1 [zich aan het lichaam bevindend] on

2 [zich tegen iets aan bevindend] against ⇒ on to

3 [in werking, brandend] on

4 [aan de gang] on

♦voorbeelden:

1   een vrouw met een groene jurk aan • a woman in a green dress

3   de kachel is aan • the stove is on

4   het is weer dik aan tussen hen • it's on again between them

¶   daar is niets van aan • there's not a word of truth in that

     daar is niets aan • 〈 gemakkelijk〉 there's nothing to it; (it's a) piece of cake; 〈 saai〉 it's a waste of time; 〈 niet stuk〉 there's nothing the matter with it

II 〈 bijwoord〉

1 [na plaatsaanduidend bijwoord] 〈 vaak onvertaald, zie voorbeelden〉

2 [in samengestelde werkwoord] 〈 vaak onvertaald, zie voorbeelden〉

3 [op genoemde wijze] 〈 vaak onvertaald, zie voorbeelden〉

4 [+ wat] about ⇒ around, away

♦voorbeelden:

1   daar heeft zij niets aan • that's (of) no use to her

     daar zijn we nog niet aan toe • we haven't got that far yet

     〈 figuurlijk〉 zij weet niet waar zij aan toe is • she doesn't know where she stands

2   stel je niet zo aan! • stop carrying on like that!

3   rustig aan! • calm down!, take it easy!

4   ik rotzooi maar wat aan • I'm just messing about

¶   er goed/beroerd aan toe zijn • be (doing) well, be in a bad way

     van nu af aan • from now on

     van voren af aan • from the beginning

     van jongs af aan • from childhood

     jij kunt ervan op aan dat … • you can count on it that …

————————

aan²

〈 voorzetsel〉

1 [met betrekking tot een fysieke verbondenheid] on ⇒ at, by

2 [met betrekking tot een figuurlijk verbondenheid] by, with

3 [bij werkwoord die een beweging aanduiden] to

4 [tengevolge van] of, from

5 [wat betreft] of

6 [in de macht van] up to

♦voorbeelden:

1   vruchten aan de bomen • fruit on the trees

     aan een krant werken • work on a newspaper

     Koen stond aan het raam • Koen stood at the window

     aan zee/de kust/een gracht wonen • live by the sea/on the coast/on a canal

2   dag aan dag • day by day

     doen aan • do, go in for

     twee aan twee • two by two

3   hij gooide het kopje aan stukken • he smashed the cup (to pieces)

     hij geeft les aan de universiteit • he lectures at the university

     er is geen beginnen aan • that's impossible

     aan wal gaan • go ashore

     aan het werk gaan aan iets • go to work on something

     hoe kom je aan dat spul? • how did you get hold of that stuff?

4   sterven aan een ziekte • die of a disease

5   een tekort aan kennis • a lack of knowledge

6   het is aan mij ervoor te zorgen dat … • it's up to me to see that …

     dat ligt aan haar • 〈 haar fout〉 that's her fault

¶   aan de drank zijn • have taken to drink

     hij heeft het aan zijn hart • he's got heart trouble

     hij is aan het joggen • he's out jogging

     hij is aan het strijken • he's (busy) ironing

     ze zijn aan vakantie toe • they could do with a holiday

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > aan
6 vuur

vuur

1 [lichtend verschijnsel] fire

2 [(plaats van) brandende stoffen] fire

3 [het schieten met vuurwapens] fire

4 [enthousiasme] fire ⇒ ardour, fervour

5 [schittering] fire ⇒ glow

6 [bederf in hout] (dry) rot

7 [brand in het koren] blight

♦voorbeelden:

1   〈 figuurlijk〉 het vuur uit zijn sloffen lopen • walk/run one's legs off

     〈 figuurlijk〉 zijn ogen schoten vuur • his eyes blazed

     voor iemand door het vuur gaan • 〈 figuurlijk〉 go through hell for someone

     het huis staat in vuur en vlam • the house is in flames

     〈 figuurlijk〉 ik zou er mijn hand voor in het vuur durven steken • I'd stake my life on it

     in vuur en vlam zetten • set ablaze/on fire 〈 ook figuurlijk〉

     〈 ook figuurlijk〉 met vuur spelen • play with fire

     een land te vuur en te zwaard verwoesten • destroy a country by fire and sword

2   ik heb wel voor hetere vuren gestaan • I've been in tighter spots than this

     een vuur aanleggen/oppoken • lay/poke a fire

     een vuur aansteken • light a fire

     〈 figuurlijk〉 iemand het vuur na aan de schenen leggen • make it/things hot for someone

     een vuur uitdoven • put out/extinguish a fire

     bij/om het vuur zitten • sit by/round the fire; 〈 figuurlijk〉 have a place in the sun

     een pan op het vuur zetten • put a pan on the stove

3   het vuur openen/staken • open/cease fire

     de vijand onder vuur houden • keep the enemy under fire

     〈 figuurlijk〉 iemand zwaar onder vuur nemen • blast someone

     tussen twee vuren zitten • 〈 ook figuurlijk〉 get caught in the middle/in the firing line

4   in het vuur van zijn betoog • in the heat of his argument

     iets met vuur verdedigen • defend something hotly

¶   Bengaals vuur • Bengal light

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > vuur
7 branden

branden

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 [verbranden] burn ⇒ be on fire, 〈 fel〉 blaze

2 [licht/warmte uitstralen] burn

3 [smeulen] burn

4 [met betrekking tot lichaamsdelen, ook figuurlijk] burn

♦voorbeelden:

1   het gas brandt te hoog • the gas is too high

     uit zichzelf beginnen te branden • ignite spontaneously

2   de lamp brandt • the lamp is on

     de zon brandt • the sun is burning/blazing

     de kachel laten branden • leave the (gas-)fire burning

     dit stelletje brandt op hout • this stove burns wood

3   een brandende pijp/sigaar • a burning/lit pipe/cigar

4   mijn hoofd brandt • my head is burning

     〈 figuurlijk〉 brandend verlangen • burning desire

     〈 figuurlijk〉 een brandend vraagstuk • a burning issue

     cognac brandt in de keel • brandy burns the throat

     〈 figuurlijk〉 branden van nieuwsgierigheid/van verlangen • burn with curiosity/desire

¶   het brandt niet • 〈 figuurlijk〉 there's no hurry/rush

     ik ben er niet op gebrand • I'm not crazy about it

     ze was het huis niet uit te branden • there was no way of getting her out of the house

     hij is niet vooruit te branden • you can't get him to shift

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 [door vuur doen verteren] burn

2 [schroeien, door middel van vuur bewerken] burn ⇒ scald 〈aan heet water/stoom〉, roast 〈 noten, koffie e.d.〉, distil 〈 tot alcohol〉

3 [vastleggen] burn ⇒ brand

4 [door vuur bezeren] burn ⇒ scorch, scald

♦voorbeelden:

2   een gat in een kleed branden • burn a hole in a carpet

     glas branden • stain glass

3   die gebeurtenis is in mijn herinnering gebrand • that event has been branded on my memory

4   zijn tong branden • burn one's tongue

     zijn vingers/zich de vingers branden • 〈 figuurlijk〉 burn one's fingers

     zich aan de kachel branden • burn one's hand on the (gas-)fire

Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > branden

См. также в других словарях:

The Bob & Tom Show — Genre comedy, talk Running time 6:00 A.M. 10:00 A.M.EST Country … Wikipedia
The Pianist (memoir) — The Pianist is a memoir written by the Polish musician of Jewish origins Władysław Szpilman. He tells how he survived the German deportations of Jews to extermination camps, the 1943 destruction of the Warsaw Ghetto, and the 1944 Warsaw Uprising… … Wikipedia
Out of the Dust — First edition cover … Wikipedia
The Kentucky Fried Movie — theatrical poster Directed by John Landis … Wikipedia
The Autobiography of Malcolm X — The Autobiography of Malcolm X First edition … Wikipedia
The Moment After — is a Christian film released through the Christiano Film Group in 1999. The film, produced for under $250,000, stars David A.R. White and Kevin Downes as FBI agents caught up in the world of the Rapture. The film was written and directed by Wes… … Wikipedia
The Goose Girl — is a German fairy tale collected by the Brothers Grimm. Since the second edition published in 1819, The Goose Girl has been recorded as Tale no. 89. [Jacob and Wilheim Grimm, Household tales , [http://www.surlalunefairytales.com/goosegirl/index.ht… … Wikipedia
The Natural Confectionery Company — or TNCC was founded by a young Julius Lighton and his son in law, Walter Eger. Initially, the two bought out Jupp Sons, a small confectionery business in Abbotsford, Melbourne and started Sunrise Confectioners (Aust) Pty Ltd. Two years later,… … Wikipedia
The Carthusian Order — The Carthusian Order † Catholic Encyclopedia ► The Carthusian Order The name is derived from the French chartreuse through the Latin cartusia, of which the English charterhouse is a corruption. For the foundation of the order see the… … Catholic encyclopedia
The Old Town, Aarhus — The old town The Old Town in Aarhus, Denmark (Danish: Den Gamle By), is an open air village museum consisting of 75 historical buildings collected from 20 townships in all parts of the country. In 1914 the museum opened for the first time as the… … Wikipedia
The Sandbox (play) — The Sandbox is a one act play written by Edward Albee in 1959. The first performance of this play was April 15, 1960 in The Jazz Gallery in New York City.The play is approximately 15 minutes long and touches on elements of the Alienation Effect… … Wikipedia

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с нидерландского на английский

the stove is out

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с нидерландского на английский

the stove is out

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Прямая ссылка: